Het rapport is een antwoord op een
motie van Tweede Kamerlid Pieter Grinwis en voormalig kamerlid Jaco Geurts. Op 19 april 2024 werd het rapport aan Grinwis overhandigd. Hij dankt Cooplink voor het in kaart brengen van de belemmeringen. Grinwis: 'Nu is het aan ons om de schouders eronder te zetten. Met goede wil kunnen we hier als volkshuisvesters ons voordeel mee doen. Die maatschappelijke waarde van wooncoöperaties, zoals de betaalbaarheid, duurzaamheid, leefbaarheid en zorgzaamheid, dáár moeten we voor gaan.'
Bernard Smits, woordvoerder van Cooplink, zegt dat het rapport duidelijk laat zien dan Nederland niet is ingericht op wooncoöperaties. 'In de driehoek overheid-ondernemingen-burgers heeft de wooncoöperatie een bijzondere positie', legt Bernard Smits uit. 'De overheid neigt ernaar ze als onderneming te zien, de burgers achter de wooncoöperatie willen als burger gezien worden. De wooncoöperatie zweeft in die driehoek. Ze verdienen een eigen status en instrumentarium. Zie het rapport als een pleidooi hiervoor.'