Een derde route: hoe gemeenschappen het energiesysteem veranderen

16-06-2025

Ilonka Marselis (Energie Samen) deelt waarom energiegemeenschappen onmisbaar zijn voor een eerlijke energietransitie – en hoe de nieuwe Energiewet hen eindelijk de erkenning geeft die ze verdienen.

Organisatie en bestuur

Besluitvorming
Energie
Zelforganisatie

Nut

Maatschappelijke impact

Sector

Energie

Gastblog door lonka Marselis, Strategisch Adviseur Coöperatieve Warmte bij Energie Samen en vicevoorzetter van REScoop.eu. Publicatiedatum: 16 juni 2025.

Ik werk als strategisch adviseur coöperatieve warmte bij Energie Samen, de koepelorganisatie van energiegemeenschappen. Wij zijn dus zelf een coöperatie en hebben meer dan 400 energie coöperaties als leden. Daarnaast ben ik sinds kort ook de vicevoorzitter van REScoop.eu, dat is de Europese koepel van energiegemeenschappen.

Ik zet me graag in voor gemeenschappen, omdat ik het krachtig en inspirerend vind hoe ze mensen samenbrengen. In een gemeenschap leren we samen organiseren, besluiten nemen, elkaar ondersteunen – en bovenal: samen groeien en de ontwikkeling vieren. Via een gemeenschap kunnen mensen samen, zonder winstoogmerk, betekenisvolle projecten in hun lokale omgeving te realiseren. Dat vind ik heel waardevol, want in een samenleving die sterk geïndividualiseerd is kunnen we wel wat meer gemeenschapsgevoel en -actie gebruiken. 

Wat is de verwachte impact voor energiecollectieven in het kader van de nieuwe Energiewet?

De impact op energiecollectieven is groot. Door opname van de term ‘energiegemeenschap’ in de Energiewet worden deze formeel erkent als een aparte speler in het energiesysteem. Dat betekent dat je bepaalde rechten krijgt omdat je een energiegemeenschap bent – bijvoorbeeld recht op financiering, ondersteuning of een voorkeurspositie. Door de formele erkenning kunnen overheden bijvoorbeeld makkelijker in hun beleid een speciale positie en ondersteuning bieden aan energiegemeenschappen. Dat is nodig, want voor een democratische en rechtvaardige energietransitie wil je als overheid kunnen sturen op samenwerking met partijen die daaraan bijdragen. Extra ondersteuning is nodig, omdat je als energiegemeenschap geen gelijk startpunt hebt met marktpartijen: het begint immers altijd klein en blijft lokaal.

Wat zijn de vervolgstappen?

Wat er nu volgt zijn een aantal stappen om energiegemeenschappen verder te verankeren als speler in ons energiesysteem. Zo gaat de NEN normering ontwikkelen voor energiegemeenschap. Dit werkt als een soort certificaat: zodra je dat als energiegemeenschap hebt, weten samenwerkingspartners meteen met wie ze te maken hebben. Daarnaast wordt momenteel nog de Wet Collectieve Warmte behandeld, ook daarin krijgen energiegemeenschappen een prominente positie. Naast publieke partijen kunnen zij in de vorm van warmtegemeenschappen straks warmtenetten ontwikkelen en exploiteren.

Wat is hier nog voor nodig? 

Meer bekendheid van de unieke eigenschappen van een energiegemeenschap. Dat mensen lokaal, met elkaar, zonder winstoogmerk zich in willen zetten voor de energietransitie is fantastisch! En vaak sluit het helemaal aan op de doelstelling van de overheid. Samenwerking ligt dus voor de hand.

Daarnaast is er vooral veel kennisontwikkeling en procesbegeleiding nodig. We merken dat voor veel partijen de energiegemeenschap een nieuw concept is. En dat is begrijpelijk. We zijn heel gewend aan samenwerkingen tussen overheid-markt, en in de afgelopen jaren zie je echt die derde route op komen: de gemeenschap. Dat vraagt wat omdenken! Energiegemeenschappen zijn namelijk altijd lokaal gebonden en opereren zonder winstoogmerk en met democratische zeggenschap. Dat laatste roept soms vragen op: werkt het wel als iedereen samen inspraak heeft in een warmtenet of energievoorziening? In de praktijk zien we juist dat de democratische zeggenschap leidt tot enorm veel vertrouwen, draagvlak en betrokkenheid bij eindgebruikers in hun lokale energiesysteem. En dat is nou juist wat we nodig hebben om de energietransitie vorm te gaan geven.

 

Afbeeldingen

Cookie-instellingen