< Terug naar alle blogs
Publicatiedatum: 16 januari 2025 - Gastblog door Bram van Helvoirt, onderzoeker voedselcollectieven, HAS green academy. Geschreven naar aanleiding van een deelsessie tijdens ons evenement op 13 december 2024 'Samen sterker? De kracht van netwerken voor burgercollectieven'. Bram nam deel aan Sessie 1: Regionale netwerken en de kracht van samenwerking
Burgercollectieven zijn vaak op lokaal niveau georganiseerd: in de wijk, buurt, stadsdeel, dorp of gehucht proberen inwoners op participatieve wijze werk te maken van gemeenschappelijk beheer van, en toegang tot, basisbehoeften zoals energie, wonen, zorg en gezond voedsel. Collectieve actie is dus vaak lokale actie: mensen die elkaar kennen en vertrouwen organiseren zichzelf en steken samen de handen uit de mouwen. Zodoende heeft deze lokale insteek veel moois in zich: daaruit ontstaan initiatieven die passen bij de lokale behoeften en omstandigheden waarbij burgers in de directe omgeving zelf een actieve rol spelen in verbindende netwerken.
Veel lokale initiatieven kennen echter ook belemmeringen, bijvoorbeeld qua middelen, organisatorische capaciteit en kennis en kunde. Dit beperkt hun beoogde reikwijdte en impact. Samenwerking op regionaal niveau, in overbruggende netwerken, kan lokale initiatieven helpen deze uitdagingen het hoofd te bieden. Dit vormde het startpunt van een levendig panelgesprek over de toegevoegde waarde en kracht van samenwerken in regionale netwerken.
Katinka Visscher (sociaal vermogensfonds FNO), Maarten Koreman (landelijke vereniging voor kleine kernen LVKK) en Matthijs Punt (onderzoeker innovatiestudies Universiteit Utrect) deelden hun ervaringen vanuit praktijk en onderzoek, onder begeleiding van moderator Job Zomerplaag (onderzoeker Universiteit Maastricht). Een drieluik over bouwen, verbinden en impact maken.
Ondersteunende netwerken en structuren zijn er niet zomaar, die moeten worden opgebouwd. Dit is wat de LVKK probeert te doen als landelijke vereniging voor dorpsinitiatieven, zo trapte Maarten af. De LVKK is een samenwerkingsverband tussen 10 provinciale verenigingen voor kleine kernen in Nederland. Ze verbinden en ondersteunen zo’n 4.000 dorps(huis)organisaties en vele burgerinitiatieven. Hun professionele expertise voor lokale initiatieven en belangenbehartiging als ‘stem van kleine kernen’ in Den Haag zijn allebei ten behoeve van de leefbaarheid van het Nederlandse platteland. Een soortgelijke faciliterende rol wordt ook opgepakt door FNO, zo vulde Katinka aan. Hun doelgroep en missie: financiering voor mensen in een kwetsbare positie, op basis van inspraak en vertrouwen. Ze doen dit niet alleen, maar via het creëren en ondersteunen van netwerken van lokale initiatieven, zoals collectief kapitaal.
Met hun expertise, middelen en profilering kunnen deze overbruggende regionale en nationale netwerken een belangrijke ruggengraat vormen voor lokale initiatieven. Tegelijkertijd constateren Maarten en Katinka soms ook spanningen en ‘mentale afstand’ tussen de twee niveaus. De spanning zit vooral in het verschil tussen beleid maken en beleid ervaren. Praten over uitdagingen van de leefbaarheid op het platteland is wat anders dan opgroeien en wonen in een klein dorp waar voorzieningen afkalven. Ook is gebrek aan continuïteit een reëel risico bij ondersteunende netwerken, bijvoorbeeld als gevolg van wisselingen in lokaal en provinciaal bestuur. Matthijs vult aan met dilemma’s voor lokale initiatieven die onderdeel worden van een groter netwerk: hoe zorg je ervoor dat je je herkenbaarheid en zichtbaarheid behoudt, richting lokale partners, bijvoorbeeld? En hoe voorkom je dat jouw initiatief inboet aan flexibiliteit en daadkracht als gevolg van meer bureaucratie en overleg?
Deze uitdagingen laten volgens Matthijs zien dat lokale initiatieven vooral gebaat zijn bij ondersteunende netwerken die oog hebben voor hun unieke vorm en inhoud, vanuit een langetermijnperspectief. De context-specifieke diversiteit van lokale initiatieven doet ertoe, en daar dienen regionale en nationale netwerken zoveel mogelijk op in te spelen. Dan kunnen ze echt van toegevoegde waarde zijn. Een creatieve analogie met het motto van een samenwerkingsverband op multilateraal niveau -de EU- dringt zich hierop: ‘verenigd in diversiteit’ is een belangrijk uitgangspunt voor regionale en nationale netwerken die effectieve verbinding en ondersteuning willen bieden aan lokale initiatieven. Hierbij geldt ook: laat de samenwerking ontstaan vanuit de initiatieven, uitgaande van hun lokale kracht, behoeften en waarden.
De kracht van de overbruggende samenwerking op regionaal en nationaal niveau zit ‘m volgens de drie panelleden dus vooral in de verbinding: veel lokale initiatieven lopen tegen soortgelijke ‘systeembarrières’ aan, die ze niet in hun eentje kunnen wegnemen. Dit vereist een gezamenlijke stem richting beleidsmakers over knellende wetgeving, uitwisselen van ‘best practices’ tussen opstartende initiatieven rondom gemeenschapsopbouw, en hulp bij het professionaliseren van initiatieven die de volgende stap willen maken. Tijdens de sessie kwamen er vanuit de sprekers en het publiek verschillende mooie voorbeelden voorbij van netwerken waarin lokale initiatieven samen optrekken, zoals Peel Positief in Noordoost Brabant, Energie vanOns en het Kansfonds. Deze praktijkvoorbeelden laten zien dat het kan: waardevolle regionale en nationale ondersteuning van lokale oplossingskracht!
Aanmelden
Of schrijf je in voor de nieuwsbrief
Contact
Nieuws
Over ons
Volg ons op
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer over cookies in onze cookieverklaring.
Deze cookies verzamelen nooit persoonsgegevens en zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website.
Deze cookies verzamelen gegevens zodat we inzicht krijgen in het gebruik en deze website verder kunnen verbeteren.
Deze cookies zijn van aanbieders van externe content op deze website. Denk aan film, marketing- en/of tracking cookies.