< Terug naar alle blogs
Publicatiedatum: 16 januari 2025 - Gastblog door Tessa Buck, adviseur wooncoöperaties bij Stichting !WOON. Geschreven naar aanleiding van een deelsessie tijdens ons evenement op 13 december 2024 'Samen sterker? De kracht van netwerken voor burgercollectieven'.
Hoe kunnen verschillende actoren in de sectorale netwerken van de woon- wijk-, zorg- en energiecoöperaties elkaar versterken? En welke belemmeringen zijn er nog weg te nemen? Tijdens deze sessie ontstond een levendige uitwisseling tussen panelleden en deelnemers. Met name de rol van de overheid in het aanzwengelen van burgerinitiatief werd ter discussie gesteld, door zowel de burgerinitiatieven als door panellid Mathijs de Jong van BZK.
Voordelen van een sectorale aanpak binnen de beweging van burgercollectieven In Almere werkt Hans van Bragt samen met een groep actieve burgers aan wooncoöperatie De BinnenHaven. Zij realiseren 100 woningen voor mensen van 18-90 jaar en een vriendenhuis voor mensen met een beperking. De wooncoöperatie kan alleen een succes worden als er een stevige groep is die geholpen wordt door een netwerk van vrienden en professionals, zoals hier het geval is. Met de wooncoöperatie lossen ze meerdere maatschappelijke problemen op voor de gemeente en gemeenschap, denk aan: betaalbare huisvesting voor jongeren en ouderen uit Almere, het tegengaan van eenzaamheid en ook zorg. Hans: ‘Met BinnenHaven hebben we onderzoek gedaan naar een combinatie wonen en zorg. Er is veel zorgcapaciteit bij jonge mensen die tegen vergoeding iets in de zorg willen doen in de buurt. Met de coöperatie willen we dat nu zelf regelen.’
In Rotterdam zijn in de wijken Vreewijk en Afrikaanderwijk coöperaties van wijkbewoners ontstaan die diensten in het groenbeheer, schoonmaak, kleine klussen, catering, vervoer, textielproductie, kennis en cultuur in de buurt levert: de TuindorpVreewijkcoöperatie en de Afrikaanderwijkcoöperatie. Door opdrachten niet langer uit te besteden maar ze zelf uit te voeren (inbesteden noemen ze dat) worden werk en middelen in de wijk gehouden. Initiatiefnemers hebben ervoor moeten knokken, maar het is gelukt. Ze hebben de gemeente benaderd als samenwerkingspartner, niet als subsidieverlener. Daardoor worden ze nu steeds vaker gevraagd door de gemeente. Een deelnemer reflecteert: ‘Als je dat kunt organiseren ontstaan er mooie kruisverbindingen en betere oplossingen. Mensen die in de wijk wonen denken niet in sectoren.’
Hoe helpen sectorale netwerken bij de groei en professionalisering van burgercollectieven? In Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk zijn wooncoöperaties al meer dan 100 jaar een onderdeel van het woonstelsel. Er is een serieuze bouwstroom waar burgerinitiatieven, overheid en instituten op elkaar ingespeeld zijn en er is een solidariteitsnetwerk met een fonds waarmee nieuwe projecten worden gefinancierd. Daardoor komen er ook makkelijker nieuwe wooncoöperaties van de grond. Clemens Mol: ‘De reden waarom Duitse initiatieven zo succesvol zijn, is dat burgers het zelf doen. Overheid is wel nodig op aspecten, maar het komt wel vanuit de samenleving. Wat heb je nodig? Hier en daar iets duwen, katalyseren. Ideale samenwerking tussen twee partners: een gemeente (overheid) die burgers woningen wil laten bouwen in betaalbaar segment.’ In Nederland kunnen bedrijven ook een katalysatorrol vervullen met bijvoorbeeld financiering. Rabobank en Katalys doen dat al. Aart Cooiman: ‘Wij (de Rabobank,red) nodigen burgerinitiatieven met een goed plan uit om te komen praten.’
In de woonsector dragen organisaties als Cooplink, !WOON, Vrijcoop en Crowdbuilding een bijdrage aan de professionalisering van burgerinitiatieven door in te zetten op kennisdeling en het beschikbaar stellen van instrumenten. Denk bijvoorbeeld aan een keurmerk voor wooncoöperaties dat richting geeft aan de professionaliseringsslag die burgerinitiatieven te maken hebben om over te kunnen gaan op de bouw van huizen en er uiteindelijk voor moet zorgen dat initiatieven makkelijker toegang krijgen tot geld en locaties.
Marijke Zoelen: ‘Wil het echt iets worden, dan heb je een netwerk en landelijke vereniging nodig. Dat is wat Cooplink probeert te bewerkstellingen.’
Een deelnemer van Nederland Zorgt voor Elkaar wijst op de wijze waarop burgerinitiatieven een rol kunnen spelen in het verlichten van de personeelstekorten in de zorg. Als er 2% van de winst uit zorgsector naar zorgcoöperaties zou terugvloeien, stel je burgers instaat een onderdeel van de oplossing te worden.
Uitdagingen en oplossingen Een grote uitdaging voor burgercollectieven om hun initiatief te verwezenlijken is, naast grond, toegang tot geld. Wanneer er grotere geldstromen vrijkomen voor burgercollectieven, vinden marktpartijen daar vaak iets van. Het Rijk komt in 2025 met een landelijk leenfonds (40 miljoen) voor wooncoöperaties, maar een duidelijke definitie van de ‘wooncoöperatie’ ontbreekt nog. BZK wil het fonds mogelijk ook open gaan stellen voor CPO’s (koopwoningen) en maatschappelijk ondernemers.
Clemens Mol: ‘Het is van belang om te laten zien dat het bewoners zijn en geen concurrenten. Daarom is een duidelijke definitie (‘een merk’) nodig. Een belangrijk aspect in de identiteit van wooncoöperaties is dat het geen winstoogmerk heeft en democratisch bestuurd wordt door de leden.’
Als oplossingsrichting wordt de rol van de sector genoemd in het voorzien in financiële middelen. Aart Cooiman: ‘Een langetermijndoel is om wooncoöperaties vermogens beschikbaar te laten stellen voor andere wooncoöperaties [naar voorbeeld van onze oosterburen, red]. Het gaat hier om een gemeenschap van leden die de winst in de gemeenschap houdt en besteedt aan de doelen van de vereniging of coöperatie. Winst mag niet terugvloeien naar de leden, er is geen belang bij de leden om de vereniging of coöperaties te discontinueren.’
Kloof overheid en samenleving is groot Mathijs de Jong (BZK): ‘Burgerinitiatieven worden op het ministerie dikwijls toch als moeilijk ervaren omdat ze lastig zijn in te passen is in de bestaande systematiek. Het zijn mensen die wat willen en tot ’s nachts doorploeteren.’ Daarnaast is de bewering dat burgers veel maatschappelijke problemen oplossen nog niet voldoende bewezen met onderzoek. Uit Arnhem komt er een voorbeeld van energiecoöperatie Energiewende. Daar hebben burgers 10 jaar lang hard gewerkt aan de realisatie van een windmolenpark en uiteindelijk kwam de overheid toch niet over de brug voor het laatste stukje financiering. Betrokkene: ‘Laat de gelden die je uitspaart terugvloeien naar burgerbeweging in plaats van alleen maar werk van burgers te oogsten.’
Conclusie In een netwerk is het van belang duidelijk te definiëren waar je voor staat en tegelijkertijd in te zetten op de langetermijndoelen en -opbrengsten. In alle sectoren zijn burgercollectieven een onderdeel van de oplossing voor maatschappelijke vraagstukken die overheid en markt niet opgelost krijgen. Aan alle actoren de taak om het grotere plaatje vast te houden en binnen de eigen invloedssfeer een inspanning te leveren om burgerinitiatieven een serieuze kans te bieden in het realiseren van hun projecten of diensten. Aan het einde van de sessie bruiste het van de energie in de zaal en een deelnemer sluit mooi af met de woorden:
‘Wat hier gebeurt is waar het nou over gaat: verbinding leggen!’
Aanmelden
Of schrijf je in voor de nieuwsbrief
Contact
Nieuws
Over ons
Volg ons op
Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer over cookies in onze cookieverklaring.
Deze cookies verzamelen nooit persoonsgegevens en zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website.
Deze cookies verzamelen gegevens zodat we inzicht krijgen in het gebruik en deze website verder kunnen verbeteren.
Deze cookies zijn van aanbieders van externe content op deze website. Denk aan film, marketing- en/of tracking cookies.