‘Geef informele partijen meer ruimte binnen zorgnetwerken’

In 2030 zal één op de vier Nederlanders 65 jaar of ouder zijn. Deze vergrijzing legt een enorme druk op ons zorgsysteem, dat nu al piept en kraakt. Het is tijd voor fundamentele verandering in hoe we samenwerken rond zorg en welzijn, pleit Wendy Kemper-Koebrugge (CoE Krachtige Kernen).

Nut

Maatschappelijke impact

Sector

Zorg en welzijn

Hoewel er veel initiatieven zijn om de zorg anders en beter te organiseren, ‘doen we goede dingen, maar niet genoeg – en zeker niet snel genoeg,’ aldus Wendy Kemper-Koebrugge, programmamanager Zorgalliantie / HAN Centre of Expertise Krachtige Kernen. Het CoE Krachtige Kernen wil bijdragen aan de versnelling. Het verbindt onderwijs en onderzoek met maatschappelijke vraagstukken over wonen, welzijn en zorg. In de regio’s rondom Arnhem en Nijmegen lopen studenten mee in lokale projecten en doen ze hun afstudeeronderzoeken. ‘Door structurele samenwerkingen te bouwen met gemeenten en inwoners zijn we geen buitenstaander, maar een neutrale partner die het samenspel organiseert.’

Het HAN Centre of Expertise Krachtige Kernen (CoE KK) en de Zorgalliantie vormen samen een krachtige netwerkorganisatie waarin praktijkgericht onderzoek, onderwijs en maatschappelijke partners samenwerken aan de leefbaarheid van dorpen en wijken. CoE KK is uniek in Nederland door haar focus op het platteland en de nauwe samenwerking tussen inwoners, professionals, ondernemers en vrijwilligers. Binnen dit netwerk spelen burgercollectieven een sleutelrol: bewonersinitiatieven zoals zorgcoöperaties worden gezien als volwaardige kennispartners in het gezamenlijk aanpakken van maatschappelijke vraagstukken.

 

Van cliënt naar mede-eigenaar

Een belangrijk thema in het werk van CoE is de rol van inwoners. ‘We zien een beweging van cliënt naar coproducent,’ zegt Wendy. ‘Dat betekent dat inwoners meedenken én meedoen in de zorg en het welzijn in hun gemeenschap. Collectieve kracht is daarbij het sleutelwoord: het samenspel tussen formele en informele netwerken.’

Zorgcoöperaties spelen hierin een centrale rol. Die zijn vaak verder ontwikkeld in landelijke gebieden dan in stedelijke gebieden, waar voorzieningen fysiek dichterbij zijn en de urgentie minder voelbaar is. ‘In dorpen waar voorzieningen verdwijnen, is het besef sterker dat ze zelf iets moeten organiseren’, zegt Wendy. ‘Zo ontstaan samenwerkingen van inwoners.’ Ze geeft het voorbeeld van zorgcoöperatie Landerd in Reek, Schaijk en Zeeland. Daar stemmen ze bijvoorbeeld af met zorgorganisaties welk deel van de zorg in de zomer door de inwoners wordt gedraaid, zodat de zorgprofessionals op vakantie kunnen. Maar om dit soort initiatieven de ruimte te geven en zo de druk op traditionele zorg te verlagen, is een systeemverandering hoognodig. Wendy: ‘Als inwoners subsidie aanvragen, lopen ze tegen regels aan die zijn gebaseerd op professionals. Vrijwilligers mogen maar €15 per uur ontvangen – daar kun je geen project op draaien. Dus moesten we de subsidie aanvraag omdraaien: hoe doen professionals mee met inwoners.’

Two step reach

Een belangrijk inzicht uit het gesprek is de ‘two step reach’ binnen netwerkgericht werken. Bij zorgvragen gaat iemand vaak direct op zoek naar een oplossing binnen zijn of haar eigen kunnen. Dit kan leiden tot handelingsverlegenheid of overbelasting. Wendy: ‘Je krijgt een vraag, denkt ‘dit moet ik zelf doen’ en gaat het echte gesprek of de hulpvraag uit de weg.’ De two step reach vraagt een andere mindset. In plaats van te bedenken wat jij zelf kunt doen, denk je mee over wie of wat in het bredere netwerk mogelijk kan helpen. Deze kleine stap maakt een groot verschil. ‘Dan bied je iemand opties, behoudt de ander de regie en voel jij je niet overbelast’, legt Wendy uit. ‘Want je geeft niet de oplossing, maar denkt mee over alternatieven.’ Deze verschuiving verlicht niet alleen de druk op individuen, maar versterkt ook het gevoel van autonomie en keuzevrijheid bij degene die hulp zoekt. Bovendien wordt het netwerk op deze manier groter en veerkrachtiger. Door anders te denken over helpen, maken we het makkelijker om hulp te organiseren én te accepteren. Het helpt een cultuur te bouwen waarin mensen elkaar beter weten te vinden.

Structureel samenwerken

Zichtbaarheid en toegankelijkheid van hulp blijft namelijk een uitdaging. Gemeenten gaan er soms ten onrechte van uit dat als voorzieningen er zijn, mensen ook weten hoe ze die moeten vinden en gebruiken. Er bestaan sociale kaarten en overzichtslijsten, maar die zijn snel verouderd of niet vindbaar. Om gemeenten te ondersteunen aan deze en andere vragen, werkt het CoE ook mee aan regiodeals, zoals die in Arnhem-Nijmegen. Ze bouwen meerjarige leertrajecten waarin gemeenten samen met maatschappelijke partners en inwoners leren hoe ze wijk- en dorpsgericht kunnen werken. Niet vanuit een project, maar vanuit een structurele aanpak.

Het verhaal van Wendy is helder: als we echt anders willen samenwerken, moeten we durven loslaten wat we gewend zijn. Het begint met anders luisteren, vragen stellen zonder direct een oplossing te willen aandragen, en het netwerk van de ander mee activeren. ‘Durf ruimte te maken voor wat er al gebeurt in gemeenschappen. Stimuleer, organiseer en verbind. Want alleen samen – formeel én informeel – kunnen we de uitdagingen van morgen aan.’


Auteur: Tessa Moolenaar

Afbeeldingen

Cookie-instellingen