.jpg)
Wat betekent procesparticipatie in de praktijk, en waar liggen de kansen en valkuilen in de samenwerking tussen gemeenten en burgercollectieven?
'Participatie is een taai onderwerp waar veel ambtenaren mee worstelen. Vanuit DuurzaamDoor hebben we in de afgelopen jaren verschillende instrumenten ontwikkeld om ambtenaren hierin te ondersteunen. Tijdens een dialoogdiner gingen we in gesprek met mensen met uiteenlopende achtergronden en perspectieven over wat goede participatie inhoudt. Eén van de belangrijkste principes die daarbij naar voren kwam: praat niet over mensen, maar mét hen. En doe dat vooral zo vroeg mogelijk in het proces. Laat duidelijk zien waar mensen kunnen meedenken, hoe ze invloed kunnen uitoefenen. Als je dat niet doet, creëer je weerstand in plaats van betrokkenheid.
Mensen die van nature al geïnteresseerd zijn in duurzaamheid haken vaak als eerste aan. Maar als je alleen die groep bereikt, versterk je bestaande ongelijkheid. De uitdaging zit ’m in het betrekken van mensen die niet vanzelf meepraten – vanwege beperkte tijd, taalvaardigheid, opleiding of bijvoorbeeld een licht verstandelijke beperking. Inclusie gaat verder dan culturele diversiteit en daarom is het cruciaal dat je een wijk goed kent. Dat je weet wie de sleutelfiguren zijn. Vaak zijn er al plekken waar mensen samenkomen: moskeeën, buurtverenigingen, speeltuinen of cafés. Vanuit daar kun je een open gesprek voeren over wat er écht leeft in een wijk. Want misschien is het grootste probleem op dat moment niet de warmtetransitie, maar dat er te veel auto’s geparkeerd staan en kinderen niet veilig kunnen spelen. Zoek naar die haakjes om een gedeelde agenda te maken.'
Hoe kunnen gemeenten en energiegemeenschappen beter samenwerken?
'Participatie is geen doel op zich – het is een middel om een project goed uit te voeren. Toch hoor je vaak: ‘We moeten draagvlak creëren’, waarmee participatie het doel wordt. Ambtenaren hebben het vaak pas over draagvlak wanneer het plan al af is, maar met deze manier van top-down procesontwikkeling mis je de input van de mensen om wie het gaat. Betrek hen dus op tijd en maak ruimte om samen het plan vorm te geven.
Dat geldt ook voor de samenwerking met energiegemeenschappen. Zij willen, net als gemeenten, duurzame stappen zetten in hun wijk of regio. Dit is een krachtig potentieel. Toch is het voor veel gemeenten nog relatief nieuw om met niet-commerciële burgercollectieven samen te werken. Juist daarom is het belangrijk om vroegtijdig met elkaar in gesprek te gaan en gezamenlijk te ontdekken hoe je zo’n samenwerking vorm kunt geven.
We zien gelukkig dat gemeenten steeds vaker openstaan voor samenwerking met lokale burgercollectieven. Dat is een positieve ontwikkeling: deze initiatieven zijn vaak diepgeworteld in de wijk, opgericht door en voor bewoners, en zorgen dat geld lokaal blijft. Maar dat betekent niet automatisch dat zij al als ‘professionele’ samenwerkingspartner opereren. Daarom is voor een langdurige, gezonde samenwerking 'opgroeiruimte' nodig. Beide partijen kunnen hiervan profiteren, want ook gemeenten moeten nog wennen aan samenwerken met non-commerciële partijen. Dat vraagt om wederzijds vertrouwen en tijd. Praktisch betekent dit bijvoorbeeld verwachtingen naar elkaar uitspreken en beleidsprocessen anders inrichten. RVO ontwikkelt handvatten voor de samenwerking met energiegemeenschappen, maar ook wij zijn hierin lerende. Daarom zou het waardevol zijn om dit soort trajecten te verbinden aan bijvoorbeeld de Nationale Wetenschapsagenda.'
Bron: DuurzaamDoor
Heb je een praktisch voorbeeld van een geslaagde samenwerking tussen gemeente en gemeenschap?
'De proeftuin Ketelhuis WG is een inspirerend voorbeeld. Dat begon als klein initiatief met de nodige hobbels, maar is uiteindelijk uitgegroeid tot serieuze warmteaanbieder in de wijk. Maar let wel: dat heeft meer dan vijf jaar geduurd. En dat tijdsbesef ontbreekt soms nog in beleid. Het uitzoeken van wie je echt nodig hebt in een wijk (de sleutelfiguren en organisaties), het samen uitwerken van het warmteconcept en het komen tot samenwerkingsafspraken , het kost nu eenmaal tijd. En daar wringt het soms, want de druk om te presteren is ook groot.
Wat helpt, is je proces zo toegankelijk en divers mogelijk maken. Dus niet alleen zaaltjes vullen, maar ook koffie-inloopmomenten in het buurthuis, tijdelijke informatiepunten op straat, digitale Q&A’s. Zo spreek je mensen die je anders mist. Daarbij is elke wijk anders, dus als je een sterke relatie wilt bouwen met een energiegemeenschap of met je wijk, vraagt dat om een aanpak op maat. Er is geen blauwdruk – maar er is wel veel mogelijk als je elkaar de ruimte geeft om te leren, ook van elkaar. We merken dat ambtenaren graag van elkaar leren en hun zoektocht delen. Zo groeien hun vaardigheden en het zorgt ervoor dat dit soort processen efficiënter worden.'
Auteur: Brechtje Polman