De vraag naar motivatie is tevens de vraag naar het nut van lidmaatschap. Nut wordt dan gesplitst in een materiële (financieel-economisch voordeel) en een immateriële component (sociaal of sociaal-psychologisch voordeel, kennis, netwerk, zingeving, eigenwaarde).
Vier soorten motivatie
In veel onderzoek naar motivatie van leden wordt gesproken over vier soorten motivatie. De eerste is calculatief: wat is het nut voor mij? De tweede is affectief: voel ik me verbonden met het doel en de waarden van het collectief? Als derde geldt de normatieve motivatie: ik doe mee omdat het van me verwacht wordt; ik wil erbij horen. En tenslotte het vierde, imperatieve motief: ik doe mee omdat er geen alternatief voorhanden is.
Relatie van nut en motivatie
Onderzoek naar de relatie tussen de twee componenten van ‘nut’ en met de vier soorten motivaties hebben tot de volgende algemene uitspraken geleid.
- Om de groep leden met een sterk calculatieve motivatie te binden en vast te houden is een sterke focus op materiele verdiensten raadzaam.
- Bestaat het ledenbestand vooral uit affectief gemotiveerden, dan is het zaak om het gemeenschappelijke, ideële doel te benadrukken en hiermee het immateriële nut. Dit sluit overigens het belang van enig materieel nut niet uit.
- Kent het burgercollectief veel ‘normatief’ gemotiveerden, dan ligt het voor de hand dat er extra inspanningen nodig zijn om ze in actie te laten komen.
Verantwoording
- V. Lowndes, L. Pratchet & G. Stoker, 2001. Trends in Public Participation: Part 2 – Citizens' Perspectives (wiley.com)
- W. van den Bosch, 2016. ‘Waarom het huis wit geschilderd is’. Ledenbetrokkenheidsonderzoek herijkt. Nationale Coöperatieve Raad. https://www.cooperatie.nl/artikelen/ledenbetrokkenheidsonderzoek-herijkt/
Afbeelding: freepik.com