Een polycentrische structuur betekent vasthouden aan governance principes van autonomie en directe zeggenschap. De uitgangspunten zijn tweeledig: vasthouden aan lokale worteling én aan het vermogen van de betrokken burgers tot zelf-organisatie. Op basis van die principes kan in feite de ideale omvang van een collectief bepaald worden als mede de noodzaak en aard van samenwerking met verwante collectieven elders.
Bauwens en Mertens schetsen de praktische voordelen van een dergelijke keuze. Een belangrijk voordeel is dat lokale kennis en expertise ten volle benut worden om zelf regels te ontwerpen. Dus geen keuze voor standaard regels of elders opgestelde voorschriften. Andere voordelen: de governance is minder complex en dus goedkoper; de al bestaande relaties tussen burgers zorgen immers voor een vertrouwensbasis. Tenslotte stellen de auteurs vast dat een polycentrische structuur de veerkracht van het grotere systeem versterkt omdat het redundantie mogelijk maakt. Of om het anders te stellen: niet alle eieren worden in een mandje gelegd en daardoor zijn calamiteiten en risico's makkelijker op te vangen en te integreren.
Verantwoording
- Th. Bauwens & S. Mertens, 2017. Social Economy and polycentric governance of transition, in: Cassiers, I., K. Maréchal, D. Méda (eds), Post-Growth Economy and Society. Exploring Paths of a Social and Ecological Transition.
Afbeelding: freepik.com