Vanaf de jaren zeventig werd het Centraal Wonen ontwikkeld, een landelijk initiatief voor bewonersgroepen die wilden samenwonen in groepsverband, in (kleine) privé-wooneenheden met gemeenschappelijke voorzieningen. Potentiële bewoners richtten een woonvereniging op, vroegen de gemeente om een terrein, kozen hun eigen architect en vonden een woningcorporatie voor financiering en beheer in de huursector.
Dit project was in Rotterdam het eerste in zijn soort. Het bestaat uit vijf onderling doorverbonden portieken met 51 wooneenheden.