Waarom is dit thema belangrijk voor je?
'Ons voedselsysteem heeft veel impact op allerlei duurzaamheidsvraagstukken waar we mee worstelen. Veel beleid en onderzoek gaat over duurzame productie, maar dat staat vaak los van al het werk dat al gebeurt op het gebied van een gezonde voedselomgeving, gezonde consumptie of een inclusief voedselsysteem. Die initiatieven die hieraan werken zijn nog te weinig zichtbaar en worden daardoor ook niet voldoende gesteund, met name op landelijk niveau. Ik denk dat er een rol is weggelegd voor kennisinstellingen om deze beweging te versterken.'
Welke beweging hebben we het dan precies over?
‘Ik zie verschillende stromingen binnen het domein. Aan de ene kant partijen die bezig zijn met technologische oplossingen, aan de andere kant zie ik veel kleinschalige initiatieven die zich richten op het verbinden van de boer en burgers - en daarmee ook het verbinden van productie en consumptie - waarbij burgers niet alleen consument zijn, maar ook vaak een andere rol innemen en een bredere verantwoordelijkheid krijgen. Ik vind het belangrijk om de diversiteit van alle soorten regionale voedselnetwerken inzichtelijk te maken en te onderzoeken wat er nodig is om verder te komen. Ik denk dat deze initiatieven veel potentie hebben om het verschil te maken.’
Welk verschil kan gemeenschapslandbouw maken, denk je?
‘We volgen gemeenschapslandbouw in verschillende vormen, bijvoorbeeld organisaties als Herenboeren, Land van Ons en Lenteland. Voedselproductie speelt daar een hele andere rol. Het gaat veel meer over het creëren van een gemeenschap rondom de boerderij. Ik zie een tweedeling ontstaan in de ontwikkeling van de landbouw. Aan de ene kant staat een groep die zich richt op de wereldmarkt en produceren voor een zo laag mogelijke prijs, maar aan de andere kant groeit de bottom-up beweging waarbij voedsel weer ingebed is in de regio en ten dienste komt van de gemeenschap. Daar gaat het om een eerlijke prijs, om mensen op te voeden om weer aandacht te hebben voor voedsel. Als burgers meer betrokken zijn bij de productie van hun eten en weten dat het niet zo eenvoudig is, als ze de echte waarde begrijpen, dan kunnen we beter het gesprek aangaan met elkaar.’
Collectieve actie rondom voedsel en landbouw vindt plaats in veel vormen. Een paar voorbeelden:
•
Gemeenschapslandbouw. Bijvoorbeeld CSA-tuinderijen (Community Supported Agriculture), burgerboerderijen en Herenboerderijen waarbij burgers ook financieel meedoen in de boerderij, of waarbij verschillende ondernemers samenwerken op een boerderij, of waar de boer in dienst is van een groep burgers.
• Voedselcoöperaties waarbij een groep burgers met boeren in de omgeving afspraken maken en bij hen voedsel inkopen.
• Regionale voedselnetwerken en voedselraden. Hier vind je niet alleen betrokken burgers en boeren, maar ook beleidsmakers en NGO’s die initiatieven voor lokaal en regionaal voedsel verbinden en versterken, allerlei leuke activiteiten rond lokaal voedsel organiseren en het voedselbeleid van hun gemeente richting geven.
• Ook interessant is het
Participatory Guarantee System (PGS) waarbij boeren en burger in gesprek gaan over verwachtingen voor meer begrip en bewustzijn aan beide kanten. Wat voor wensen hebben burgers? Hoe kunnen boeren daarop inspelen?
•
Zin in verdieping? Bekijk het webinar 'De kracht van voedselgemeenschappen'.
Hoe ontstaan deze innovatie voedselinitiatieven? Zijn dit boeren die het roer omgooien?
‘Boeren die besluiten om regeneratief of agro-ecologisch te telen zien we steeds meer, maar het gaat opvallend vaak over zogenaamde eerste generatie boeren die van buiten de landbouw komen. Daardoor hebben ze vaak een bredere kijk op wat er allemaal in de samenleving gaande is. Boeren in de buurt vinden het best interessant wat ‘daar’ allemaal gebeurt. Omdat deze nieuwe boereninitiatieven vaak nog kennis en machines missen, zijn ze aangewezen om de samenwerking op te zoeken met nabijgelegen boeren. Zo ontstaat er een waardevolle kennisuitwisseling en meer begrip tussen verschillende typen boeren, maar ook tussen boeren en burgers.’
Waar lopen voedselinitiatieven tegenaan?
‘Toegang tot land, dat is lastig. Landbouwgrond is ontzettend duur. Ook hebben veel initiatieven moeite met de eerste jaren financieel rondkrijgen omdat juist in die fase de investeringen hoog zijn en de opbrengst vaak laag is. De overheid zou hier actiever een rol in kunnen spelen, bijvoorbeeld door goedkope leningen te verstrekken aan duurzame initiatieven of grond van uitgekochte boeren te reserveren voor lokale voedselcollectieven.’
Welke volgende stap ligt er voor de voedselinitiatieven?
‘Verenigen. Het aantal regionale voedselinitiatieven is enorm gegroeid, maar er is niet duidelijk één beweging zichtbaar. Het is te versnipperd. Er zijn natuurorganisaties en milieuorganisaties, maar als het gaat om duurzaam en gezond voedsel hebben we nog niets. Dat is wel belangrijk om het geluid te laten horen van burgers die wél een ander voedselsysteem willen.’
Hoe inspireert deze beweging jou?
‘Deze bottom-up initiatieven zijn voor mij een vorm van basisdemocratie. De initiatiefnemers zijn pioniers die met veel passie en deskundigheid werken aan prachtige ideeën en tegen de stroom inroeien. Ik vind het mooi om te zien dat er ook vanuit burgers steeds meer steun is en burgers weer regie nemen over hun voedsel. Het lijkt nu eindelijk een soort momentum te krijgen.’
Meer leren hierover?
Bekijk het webinar 'De kracht van voedselgemeenschappen' hieronder. Begin 2024 organiseren we een webinar met Jan Hassink en een voedselinitiatief.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.
Auteur: Tessa Moolenaar