Het belang van autonomie

Het uitgangspunt van ‘zelf doen’ wordt vaak uitgedrukt met het begrip ‘autonomie’. Moet een burgercollectief echt 100% autonoom zijn of zijn er ook andere mogelijkheden?

Autonomie kan meerdere dingen betekenen. De meest voor de hand liggende is ‘bestuurlijke’ autonomie. Het burgercollectief wil zelf beslissen over onder meer haar strategie, activiteiten, organisatie, beheer en lidmaatschapsvoorwaarden. Dat staat buiten kijf: het is eigen aan een burgercollectief dat ze deze zaken intern regelt zonder bemoeienis van buitenaf.

Voor financiële autonomie ligt dit vaak anders. Het is een nobel streven van veel collectieven om financieel onafhankelijk te zijn. De realiteit is dat wanneer er sprake is van externe financiering hiermee ook invloed van buitenaf binnenkomt. Dat levert een spanningsveld op.

Overigens is bestuurlijke autonomie ook een relatief gegeven wanneer het burgercollectief onderdeel is van een groter geheel, bijvoorbeeld een federatie of samenwerkingsverband. De bestuurlijke autonomie valt dan binnen de marges die de leden van die federatie samen hebben afgesproken. Ook hier kunnen spanningen uit voortvloeien die te maken hebben met de ruimte om een eigen (autonome) koers te varen danwel af te wijken van het algemene patroon.

Cookie-instellingen