Hoe gaan burgerinitiatieven om met overheidsverwachtingen?

Dit wetenschappelijke artikel is niet gratis toegankelijk. De link naar het artikel is te vinden aan het einde van de samenvatting, in het geval dat je via een universiteitsbibliotheek of betalingen het artikel zelf zou willen lezen.

Organisatie en bestuur

Besluitvorming
Strategie
Zelforganisatie

Nut

Succesfactoren

Efficiëntie

Bedrijfsvoering

Leden

Ledensamenstelling

Producten en diensten

Sociaal netwerk

In dit wetenschappelijke artikel wordt door middel van drie case studies onderzocht in hoeverre burgerinitiatieven zich aanpassen aan de manier waarop de overheid ‘actief burgerschap’ definieert. Dit zou namelijk een effect hebben op de manier waarop burgerinitiatieven te werk gaan, omdat de initiatiefnemers door de overheid als goede burgers gezien willen worden. Het proces van subjectivering laat echter zien dat dit het een wederzijds proces is, en dat zowel de overheid als het burgerinitiatief een bepaalde definitie van ‘actief burgerschap’ nastreven. Met subjectivering wordt bedoeld dat personen zich aanpassen aan een ‘subject’, wat in dit geval overheidsinstanties zijn.  

De overheid ziet veel baat bij het stimuleren van burgerinitiatieven. De burger wordt gezien als betrouwbaar, vindingrijk en bereid om actief deel uit te maken van de samenleving. Deze discourse over burgerinitiatieven is nog relatief jong, dus er kan nog niet gespeculeerd worden over de effecten ervan op de Nederlandse samenleving.

Uiteindelijk wordt geconcludeerd dat de manier waarop de overheid burgerinitiatieven beschouwd wel degelijk een effect heeft op manier waarop burgerinitiatieven te werk gaan. In de praktijk worden initiatieven vaak gestuurd door de overheid en laten deze initiatieven zich ook gestuurd worden door de overheid. Uit de case studies komen drie voorbeelden tevoorschijn die laten zien hoe dit te werk gaat.

  1. Overheidsinstituties werken liever samen met initiatieven die dezelfde doelstelling hebben als de overheid. De burgerinitiatieven die bestudeerd zijn in dit onderzoek hadden de neiging om beleidsdoelstelling van de overheid te verwerken in hun eigen project om zo een positieve relatie met de overheid te behouden.
  2. Overheidsinstituties werken liever samen met initiatieven die zichzelf formeel hebben georganiseerd. De burgerinitiatieven uit dit onderzoek hadden zich aangepast aan deze formele verwachtingen, maar hielden hun informele vorm van organisatie in stand binnen het initiatief zelf. Dit versterkte namelijk het vertrouwen tussen de initiatiefnemers onderling.
  3. Overheidsinstituties gebruiken marginalisatie technieken om burgerinitiatieven tegen te gaan. Hoewel het tegenwoordig minder openbaar vertoond wordt, zien veel overheidsinstituties burgerinitiatieven als een soort demonstraties. Uit vrees dat de overheid een burgerinitiatief als een soort protest ziet, passen veel initiatieven zich hierop aan en proberen ze zichzelf te vertonen als een positieve invloed op de gemeenschap.

Het artikel is hier te vinden.

Cookie-instellingen