Voor je gaat kijken of er voldoende financiële middelen beschikbaar zijn voor het inschakelen van betaalde medewerkers, moet je eerst enkele andere belangrijke vragen stellen. Is het de bedoeling dat iedereen zich vrijwillig inzet? Kunnen daarmee ook alle taken en activiteiten voldoende geborgd worden?
Het antwoord op deze vragen is afhankelijk van het type en de schaalgrootte van het burgercollectief. Uit inventarisaties blijkt dat de categorie van kleinschalige, locatiegebonden collectieven kiest voor volledige vrijwilligheid. Dan is er een categorie die voor zwaarder belaste vrijwilligers een vergoeding betaalt. Vervolgens komen de collectieven die een aantal ondersteunende taken uitbesteden of via eigen personeel invullen, denk aan het dagelijks beheer van een gebouw, secretariaat en administratie of de communicatie. Tenslotte is er nog een kleine categorie collectieven die niet zonder betaalde managers of experts kunnen.
De ervaring leert dat de interne dynamiek van het burgercollectief verandert zodra er betaalde medewerkers in dienst komen. Met het inhuren van medewerkers komen ook werkgeverschap en financiële verantwoordelijkheid om te hoek kijken. Beide punten hebben direct effect op de taken en verantwoordelijkheden van het bestuur. Zij moeten onder meer medewerkers gaan werven en benoemen, sturing geven, het samenspel tussen vrijwilligers en betaalde krachten organiseren en – heel belangrijk - zorgen voor voldoende middelen, intern of extern, om continuïteit te waarborgen.
Afbeelding: freepik.com