Kwalitatief onderzoek in drie Nederlandse coöperaties (Esbeek, Haarlem, Rotterdam) heeft opgeleverd dat zowel individuele als organisatorische factoren een rol spelen (1).
De individuele factoren komen neer op:
- motivatie
- directe communicatie
- persoonlijke uitnodiging
- zaken als tijd, competenties en geld. Deze capaciteiten gelden vooral de kartrekkers van het initiatief.
De drie organisatorische factoren zijn:
- een breed gedragen visie (past het bij de lokale samenleving),
- een platte organisatiestructuur
- een democratische, mensgerichte leiderschapsstijl.
Het samenspel van deze factoren bepaalt uiteindelijk of de onderlinge samenwerking zowel de aangesloten burgers als de lokale samenleving iets oplevert en dat het niet blijft steken in de goede bedoelingen van een kleine ‘hobbyclub’.
Lees de publicatie
Verantwoording
- A. Romme, 2014. De revival van de coöperatie: de buurt- en dorpscoöperaties. Kwalitatief onderzoek naar de visie van direct betrokkenen van buurt- en dorpscollecties op factoren die belangrijk zijn voor het oprichten en vitaal houden van dergelijke burgerorganisaties.
Afbeelding: freepik.com