Submenu

Groeien of niet?

638 keer bekeken

Elk burgercollectief bepaalt zelf op elk moment of groei gewenst of ongewenst is. Beide strategieën hebben voor- en nadelen. Met welke factoren moet je rekening houden met het maken van een keuze?

Organisatie en bestuur

Professionalisering
Schaalgrootte

Principes

Sufficiëntie

Leden

Ledenbinding

Producten en diensten

Doel

Groeien of niet? Voor beide strategische besluiten zijn tal van argumenten denkbaar: de beschikbaarheid van middelen, de keuze voor sociale controle of juist niemand willen uitsluiten, de impact op de samenleving, of de behoefte aan meer omzet om efficiënter te kunnen werken. De Broodfondsen en Herenboeren bijvoorbeeld kiezen voor een afgebakend aantal leden. De meeste zorg- en energiecoöperaties doen dat niet.

Een van de kernvragen bij een groeistrategie is welke effecten dit heeft op de binding en betrokkenheid van leden. Uit onderzoek in onder meer Zweden en Nederland blijkt dat de kans is groot dat een of meer van de volgende effecten spelen en om fundamentele afwegingen vragen (1, 2, 3).

  1. Groei zorgt mogelijk voor een grotere variëteit aan leden, met als mogelijk gevolgen:
    • meer uiteenlopende belangen
    • gevoelens van achterstelling, minder gerepresenteerd worden
    • sterkere weerbaarheid als collectief, minder afhankelijk van een bepaalde groep
  2. In een grotere organisatie kan de afstand tot het bestuur groter zijn, met als gevolg:
    • minder directe contacten tussen het bestuur en de leden
    • verschuiving van een horizontaal proces van besluitvorming naar een verticaal proces: van direct en iedereen omvattend, naar indirect en via geledingen
  3. Als de organisatie complexer wordt kan dit aanleiding zijn om te professionaliseren, bijvoorbeeld op het gebied van organisatie en administratie, vakinhoudelijke kennis, communicatie. Met als mogelijke gevolgen:
    • een ‘derde’ laag tussen bestuur en leden
    • formalisering van processen en werkzaamheden
    • flinke stijging van de kosten voor overhead
    • kwaliteitsverbetering van producten en diensten
    • stijging van de reputatie en het vertrouwen bij externe partijen

Verantwoording

  1. K. Hakelius en H. Hanson, 2016. Measuring changes in farmers'  attitudes to agricultural cooperatives: Evidence from Swedish agriculture. Agribusiness 32, p. 531-546.
  2. M. Bokhorst, J. Edelenbos, J.F.M. Koppenjan, M.J. Oude Vrielink, 2015. Burgercooperaties: Speler of speelbal in de nieuwe verhoudingen tussen overheid, markt en samenleving. Bestuurskunde 24.2, p. 3-16.
  3. E. van Burg en A.G.L. Romme, 2014. Creating the future together: Toward a framework for research synthesis in entrepreneurship. Entrepreneurship Theory and Practice 38 (2), p. 369-397.

Cookie-instellingen